Voorbereiding
Voordat de asperge bij de mensen op het bord ligt gaat er een heel proces aan vooraf.
Een jaar voordat we met een nieuw veld kunnen beginnen, starten we al met de voorbereidingen. Het land moet vruchtbaar gemaakt worden voor de komende tien jaar omdat er in die tien jaar niets aan het land gedaan kan worden. De aspergeplanten blijven namelijk tien jaar lang in de grond zitten.
Het land mag alleen uit zand bestaan en de zuurgraad van het zand moet verhoogd worden van 4,5 naar 6,5 PH. Ook wordt het land diep gespit tot een meter, waar later de aspergeplanten in komen te staan. Deze rijen staan 1,70 meter uit elkaar zodat de planten genoeg ruimte krijgen en daardoor de kans op ziektes en schimmels een stuk kleiner wordt. De rijen worden bij ons gelegd van west naar oost zodat de wind er goed doorheen kan waaien, wat ook weer de kans op ziektes verkleind. De wortels van de asperges groeien tot wel een meter diep. Daarom moet het grondwater ook minstens een meter diep zitten omdat de wortels niet in water groeien.
Als de rijen er eenmaal liggen worden de plantjes gepland. We doen dit met een speciale aspergeploeg. Deze plantjes zijn al een jaar oud. Die worden gezaaid en geoogst door een speciale kwekerij. De plantjes komen 17 centimeter onder het oppervlak te liggen. En van het nieuwste ras asperges, dat op het veld voor de winkel staat, staan er vier tot zes plantjes op een meter.
De aspergeplant kan tot zo’n 40(!) jaar oud worden. We laten ze echter maar acht tot tien jaar staan omdat de plant daarna aan kwaliteit verliest. Na verloop van tijd vergroeien de asperges zich met elkaar en krijgen we geen rechte asperges meer.
In het eerste jaar is er nog geen opbrengst omdat de plantjes net in maart gepland zijn. Het tweede jaar oogsten we een klein beetje tot begin mei omdat de kans op nachtvorst dan groot is. In het derde jaar oogsten we tot begin juni en vanaf het vierde jaar oogsten we volop tot Sint Jan (24 juni).